ProVeg nieuws

Opinie: Je maakt voedsel niet veiliger of gezonder door woorden te verbieden

Het Europees Parlement gaat mogelijk woorden als ‘burger’ en ‘worst’ voor plantaardige alternatieven verbieden. Officieel gaat het om bescherming tegen misleiding. In werkelijkheid is het vooral bedoeld om de belangen van de vleeslobby te beschermen.

Op 8 oktober stemt het Europees Parlement over iets wat op het eerste gezicht onschuldig lijkt: een verbod op woorden op productlabels. Voortaan zouden plantaardige producten geen namen als ‘burger’ of ‘worst’ meer mogen gebruiken. Het voorstel is niet zomaar een losse flodder: de landbouwcommissie van het Parlement (de Agri-commissie) heeft het al goedgekeurd.

De volgende stap is een plenaire stemming, daarna volgen de beruchte onderhandelingen tussen Parlement, Commissie en Raad. Maar eerst dus de vraag: mag je straks nog een ‘vegaburger’ bestellen, of moet het een ‘plantaardige schijf’ worden?

Pindakaas

Iedereen die ooit een supermarkt heeft bezocht, weet dat consumenten prima begrijpen wat een vegaburger is. Net zoals niemand pindakaas zoekt bij de kazen, koopt niemand per ongeluk een vegaburger in plaats van vlees. Toch meent een meerderheid in Brussel dat woorden als ‘burger’ en ‘worst’ gereserveerd moeten blijven voor vleesproducten.

Officieel gaat het om bescherming tegen misleiding. In werkelijkheid is het vooral bescherming van gevestigde belangen. De vleeslobby heeft er alles aan gedaan om dit (weer) onderwerp op de agenda te krijgen. Want als ze dit erdoorheen krijgen, dan raken de alternatieven hun labels kwijt en moeten bedrijven investeren in nieuwe namen en campagnes, raken consumenten in de war en krijgt de concurrentie een tik.

Het zou bijna komisch zijn, ware het niet dat het zo pijnlijk is. Kijk naar de wereld om ons heen: oorlog aan de grenzen van Europa, een klimaatcrisis die steeds urgenter wordt, energieprijzen die pieken, migratie en ongelijkheid die samenlevingen onder druk zetten. En wat doet het Europees Parlement? Het debatteert over woorden. Over etiketten. Over wie er recht heeft op het woord ‘burger’.

Dit gebeurt nota bene vlak nadat de European Academies Science Advisory Council vanuit het oogpunt van voedselzekerheid juist adviseerde om in te zetten op vleesvervangers. Het is, kortom, symboolpolitiek in optima forma: doen alsof je daadkrachtig bent, zonder iets wezenlijks te veranderen.

Non-issues

Daar komt nog iets bij: beschadiging van vertrouwen. Burgers zien dat dit geneuzel politieke aandacht opeist, terwijl de grote dossiers blijven liggen. Elke keer dat de politiek zich vastbijt in dit soort non-issues, brokkelt het vertrouwen verder af. Als dit de prioriteit is van onze vertegenwoordigers, hoe serieus nemen we ze dan nog als het over energiezekerheid of voedselprijzen gaat?

En dan de regels zelf. Natuurlijk hebben we regels nodig. Regels die de consument beschermen en een eerlijk speelveld garanderen. Maar regels moeten met verstand gemaakt worden. Je maakt voedsel niet veiliger of gezonder door woorden te verbieden. Je maakt de markt niet transparanter door producten te dwingen in omslachtige termen. Integendeel: juist de duidelijkheid gaat verloren. Een ‘vegaburger’ zegt precies wat het is: een plantaardig alternatief voor een burger. Zet er gewoon duidelijk bij: ‘plantaardig’. Klaar.

Bovendien wil Europa voorop lopen in de eiwittransitie, zowel vanwege duurzaamheid, als voedselzekerheid in geopolitiek onzekere tijden. We willen minder afhankelijk zijn van de intensieve veehouderij, ervoor zorgen dat de Europese bevolking minder ongezond eet en meer ruimte maken voor nieuwe technologieën en ondernemerschap. Dan is het ronduit contraproductief om de jonge sector van alternatieve eiwitten op te zadelen met taalkundige hindernissen. Zo’n verbod is geen vooruitgang, maar zorgt voor vertraging.

Taal

En los daarvan: taal is van ons allemaal. Een burger is niet alleen een vleesproduct, maar ook een inwoner van een land. Een hamburger kan van rund, kip, vis of linzen zijn. Een worst kan net zo goed van seitan als van varken gemaakt worden. Het idee dat woorden eigendom zijn van één sector is absurd.

Het lijkt een detail, een semantisch akkefietje. Maar het gaat over meer. Namelijk over wie de toekomst van ons voedselsysteem mag vormgeven: innovatieve ondernemers of gevestigde belangen. Of we politieke energie steken in symbooldossiers of in echte oplossingen. Of de EU de weg vrijmaakt voor verduurzaming, of zich laat gijzelen door lobby’s.

Laat het woord los. Laat de burger bestaan, in alle vormen: van rund, van kikkererwt, van soja. Geef taal de ruimte en ondernemers de kans. En bovenal: besteed politieke energie aan de echte kwesties.

Hidde Boersma is senior beleidsadviseur bij WePlanet. 

Joey Cramer is operationeel directeur en hoofd Public Affairs van ProVeg Nederland.

Samen zijn ze onderdeel van noconfusion.org, een coalitie van meer dan 150 bedrijven en instituten die zich verzetten tegen het verbod op ‘vlezige’ woorden op plantaardige producten.

 

Dit opiniestuk werd op 6 oktober 2025 gepubliceerd in De Volkskrant.

Het laatste nieuws

Op Eiwitstand.nl zie je wat 190 organisaties doen om Nederland plantaardiger te maken

Voor onze gezondheid en het klimaat is het belangrijk dat we vaker plantaardig eten. Dat vraagt…

Wat zijn de plantaardige plannen van de partijen?

Stem jij morgen plantaardig? Om dat extra makkelijk te maken, hebben wij de partijprogramma’s…

Opinie: Je maakt voedsel niet veiliger of gezonder door woorden te verbieden

Het Europees Parlement gaat mogelijk woorden als ‘burger’ en ‘worst’ voor plantaardige alternatieven…

Catch up on the latest news from ProVeg…

ProVeg International full logo