1. Beter Leven-keurmerk en biologisch vlees: íets meer ruimte voor de dieren
Waar staan het Beter Leven-Keurmerk van de Dierenbescherming en het Europees keurmerk voor biologisch vlees eigenlijk voor? Elk keurmerk heeft zijn eigen regels, maar allebei bieden ze in ieder geval méér ruimte per dier. In sommige gevallen (bij 2 Beter Leven-sterren of meer en bij biologisch vlees) betekent dit dat de dieren naar buiten mogen gaan. Maar hoeveel ruimte hebben de dieren dan?
2. Biologisch vlees komt van dieren die iets langer leven – maar nog steeds heel kort
Biologisch vlees is afkomstig van dieren die meestal ietsje langer mogen leven. Net als dieren in de industrie worden ze echter op een zéér jonge leeftijd geslacht, zeker wanneer je het vergelijkt met hoe oud ze zouden kúnnen worden als ze niet werden gedood. Ook biologisch vlees komt van dieren die nog niet eens een tiende van hun natuurlijke levensspanne halen. Dieren die voor hun melk en eieren worden gehouden mogen iets langer leven, maar worden ook op zeer jonge leeftijd geslacht. Biologische dieren krijgen hooguit een paar weken of maanden extra.
3. De dieren moeten enorm veel produceren
Ook dieren met het Beter Leven-Keurmerk en dieren in de biologische veehouderij worden speciaal gefokt om in korte tijd veel te produceren. Ze mogen misschien iets langzamer groeien en hoeven iets minder melk te geven. Maar zou het verschil met de vee-industrie te groot worden, dan worden de producten te duur. Zoals je ziet in onderstaand plaatje moeten ook biologische kippen en koeien véél meer melk en eieren maken dan hun voorouders een eeuw geleden deden.
4. De dieren zijn vaker ziek
In de biologische veehouderij worden dieren in kleinere aantallen gehouden. De groepen zijn echter nog steeds zo groot dat er vaak en veel ziektes uitbreken. In tegenstelling tot de reguliere veehouderij worden de dieren hier minder snel tegen behandeld. Bovendien levert de biologische veehouderij haar eigen problemen op: dieren hebben vaker last van hun luchtwegen en zeugen zijn vaker kreupel. Pootproblemen hebben ze dan weer minder. Elk systeem heeft dus zo zijn eigen welzijnsproblemen.5. Geen oplossing voor stierkalfjes en mannelijke kuikens
Het Beter Leven-keurmerk en de biologische veehouderij geven geen oplossing voor ‘restdieren’ zoals stierkalfjes en mannelijke kuikens. Ook voor biologische eieren worden dus alle haantjes vergast of versnipperd omdat ze geen eieren kunnen leggen. Precies zoals in de reguliere veeteelt. En ‘biologische stiertjes’ bestaan eigenlijk niet. De mannelijke kalfjes van een biologische melkkoe worden bij hun moeder weggehaald en naar een industrieel bedrijf gebracht om te groeien voor de slacht. De melk van hun moeder kan dan voor mensen worden gebruikt.6. Alle dieren gaan naar hetzelfde slachthuis
Het maakt niet uit of je een driesterrenkip met Beter Leven-keurmerk bent of een plofkuiken, je gaat uiteindelijk naar hetzelfde slachthuis. En daar gaat het er nooit diervriendelijk aan toe. De manier waarop met dieren wordt omgegaan is weinig zachtzinnig. Het gebeurt regelmatig dat dieren per ongeluk niet of onvoldoende verdoofd zijn. En de verdoving zelf (met een elektrische schok of CO2-gas) is ook niet echt een pretje.7. Dieren willen niet dood
Ook dieren die een prachtig diervriendelijk leven hebben, willen natuurlijk niet dood. Juíst niet, zou je eigenlijk wel kunnen zeggen. Dus ja, biologisch vlees en vlees met het Beter Leven-keurmerk zijn zeker diervriendelijker dan gangbaar vlees. Maar écht diervriendelijk vlees? Dat bestaat niet.Hoeveel dierenlevens kun jij besparen?
Je kunt veel leed besparen en een hoop levens redden door ook ‘diervriendelijk’ vlees te laten staan. Lees hier hoeveel precies.